Een veel gebruikt woord dat makkelijker klinkt dan dat het is: accepteren. We gebruiken het dan ook te pas en te onpas en vaak nog in de combinatie met ‘moeten’. Maar als je je dan gaat afvragen hoe je dat doet dan wordt het toch wel lastig. Wat wil je accepteren? Waar ligt de focus?
Als ik van Dale moet geloven betekent accepteren: aannemen, aanvaarden. Kortom, het is zoals het is. Je doet het er maar mee. En om het nog negatiever te maken: leg je er maar bij neer. Soms krijg ik de indruk dat we geneigd zijn die laatste betekenis aan het woord te geven: je erbij neerleggen. Het is zoals het is. Klopt. Maar wil dat zeggen dat ik daar dan niks meer van mag vinden? Mag ik er dan niet boos of verdrietig om zijn?
Het woord en de manier waarop we het gebruiken lijken elkaar tegen te spreken. Je bent bijvoorbeeld ergens boos om en dan wordt er gezegd: accepteer het, het is zo. Alsof je er niet boos om mag zijn. Accepteer je dan wel het juiste?
Als het niet lukt om iets te accepteren kan je plaats van te accepteren dat de situatie is zoals die is misschien kunnen accepteren dat we er iets bij voelen en er iets van vinden. We mogen er iets bij voelen en we mogen er iets van vinden. Door onze gevoelens te accepteren zijn ze minder aanwezig. Je hebt gevoelens. Je bent niet je gevoelens.