“Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan” – Pipi Langkous
Een uitspraak die ik vaak terug zie komen op facebook, in vergaderingen, events et cetera. Want dat is de spirit: erop vertrouwen dat je het kan ondanks dat je het wellicht nog nooit hebt gedaan. Gewoon doen dus! Maar hoe doe je dat?
Je staat voor een keuze, een taak, een gebeurtenis en je weet niet of het wel helemaal goed zal uitpakken. Je berekent je kansen en bedenkt de mogelijke positieve en negatieve uitkomstmogelijkheden (zie ook: De beste manier om je doelen te bereiken). Er is twijfel en zeker weten zal je het nooit totdat je besluit ervoor te gaan. Waar haal je de kracht vandaan om toch datgene te doen wat je eigenlijk niet durft?
Leren lopen gaat met vallen en opstaan. Je ziet een klein kind voorzichtig stapjes nemen, vallen en het opnieuw proberen. Maar als volwassenen lijkt het alsof we niet meer mogen vallen en niet meer durven te falen. We moeten het allemaal meteen kunnen. We zijn ons veel meer bewust van onze omgeving en hebben een reputatie hoog te houden. En we kunnen er zelfs op afgerekend worden als we niet slagen. Iedereen vind overal wat van. Toch heeft iedereen die er wat van vindt zelf ook ooit leren lopen.
Ik hou er niet van om m’n neus op te halen naar de rest van de wereld en te denken: stik er maar in. Ja, ik geef om wat anderen van mij vinden. Maar het is mijn keuze of ik me daardoor ook daadwerkelijk laat leiden of niet. Iedereen heeft recht op z’n mening, oordelen, vooroordelen enzovoorts. Ik heb ze zelf net zo goed. Maar het ligt aan onszelf te kiezen wat we daarmee doen.
Angst om te falen hebben we allemaal, de een meer dan de ander. De kracht om na het vallen weer op te staan zit in onze genen. Ze heeft ons leren lopen. De kunst is om ons niet te laten leiden door onze angsten en te geloven in je kracht. Je hebt een angst, je bent deze niet.