Ik heb gedachtes maar ik ben ze niet. Ik heb emoties maar ik ben ze niet. Ik heb oordelen maar ik ben ze niet. Regelmatig maar ik gebruik van deze zinnen en ik geloof er ook in dat als je jezelf los ziet van je gedachtes, emoties, percepties, oordelen je beter in staat bent om te luisteren naar je intuïtie en je lichaam. Of eigenlijk: naar jezelf. Maar makkelijk is het niet. We zijn namelijk behoorlijk gehecht aan wat we denken, ervaren en vinden. Ons gedrag wordt er voor een groot deel door bepaald. Dus als je dat alles los weet te laten, wat blijft er dan over?
Wie ben je als je niet je gedachtes of emoties bent? Wat is je houvast als je in staat bent om alles los te laten?
We gaan wel eens door fases heen waarin we ‘veranderen’. We ervaren levenslessen die ervoor zorgen dat we patronen doorbreken, gedrag aanpassen of op een andere manier naar de wereld om ons heen kijken. We zijn, of gedragen ons, in die zin dan ook niet constant hetzelfde. Sterker nog, elke minuut kunnen we ons anders voelen en ons daarmee anders gedragen. Soms geven we uiting aan gekke gedachtes en doen spontaan iets wat we ‘normaal’ gesproken niet zouden doen. Hoe we ons voordoen als wie we zijn is continu onderhevig aan alles wat van binnen en om ons heen gebeurt.
Toch is er, ondanks als die afwisseling en veranderingen, een constante factor in ons (zie ook: Introspectie: is er een grens voor persoonlijke ontwikkeling?). Een gevoel van ‘zijn’ dat nooit veranderd is. Degene die je was als klein kind, puber en nog steeds bent als volwassene. Een wezen. Een ziel. Weten wie je bent is dan ook geen zoektocht maar eerder het loslaten van wat of wie je niet bent. Minimalisme voor je identiteit.
Onze gedachtes, emoties, oordelen, percepties, normen en leefregels geven ons houvast. Ze geven richting aan ons gedrag en geven daarmee misschien wel een gevoel van veiligheid. Maar als we in staat zijn om te kijken wat daar achter zit en onszelf ervan loskoppelen dan zie je iets heel moois: jij, die altijd al aanwezig is geweest.