Stiekem ben ik best arrogant. Ik denk altijd dat ik het beter weet dan een ander. Ik weet hoe jij je problemen moet oplossen en ik kan je vertellen hoe je dingen het beste aan kan pakken. Gelukkig ben ik meestal slim genoeg om die gedachtes niet altijd uit te spreken. Het zijn oordelen.
We hebben ze allemaal op onze eigen manier: we vinden iets van de ander, we vinden iets van een situatie, we vinden iets van onszelf (zie ook: Accepteren en het veranderen van je focus. Mijn oordelen zitten me vaak in de weg. Ik heb deze gedachtes maar ze zijn niet altijd terecht, eerlijk of aardig. Liever zou ik zonder al die oordelen leven en altijd een open mind hebben.
De paradox is dat vinden dat ik niet mag oordelen al een oordeel is op zichzelf. Ook vinden dat een ander teveel oordeelt, iets waar ik erg goed in ben, is weer een oordeel. Dus hoe kom ik er dan vanaf? Misschien een stukje acceptatie?
Er tegen vechten brengt alleen maar meer oordelen met zich mee en heeft niet zoveel zin. Ieder oordeel op zich accepteren zou ik kunnen proberen maar ik kan ook proberen te accepteren dat ik een mens ben die oordeelt, los van wat die oordelen zijn. Het is iets wat we allemaal doen. Dat ik oordeel wil niet zeggen dat ik naar elk oordeel hoef te luisteren of voor waarheid aan hoef te zien. Het is een oordeel, een gedachte die aanwezig is in mijn hoofd. Ik heb hem gezien, gehoord, gevoeld, en nu ga ik luisteren naar wat een ander te zeggen heeft.