Heel vaak als we iemand of onszelf advies geven zit er het woordje ‘moeten’ ergens in een zin. Je moet het loslaten. Je moet je niet zo druk maken. Je moet meer ontspannen et cetera. De goedbedoelde adviezen die we elkaar en onszelf geven kunnen juist extra stress veroorzaken. Ik moet gelukkig zijn…
Dit thema heeft me een hele tijd aan het denken gezet. Waarom zeggen we dat toch? Waar komt die druk vandaan?
Als je iets moet dan heeft dat een reden. Vaak moeten we iets van onszelf omdat we ergens iets van vinden. Je moet meer ontspannen want je vindt jezelf te gespannen. Je moet gelukkig zijn want je vindt jezelf nu niet gelukkig. Je moet gezonder eten want je vindt dat je niet goed voor jezelf zorgt. Alles wat we moeten heeft dus te maken met hoe we ergens tegen aankijken. Dat kunnen normen zijn, percepties, de principes die we hebben meegekregen van onze opvoeding en/of oordelen die we hebben.
Maar we kunnen ons natuurlijk afvragen of datgene wat we vinden wel echt zo realistisch is (zie: Je onzekerheden overwinnen door een beetje te liegen)? Ben je altijd gespannen of toevallig nu even? Ben je altijd ongelukkig of alleen op dit moment? En wat verwacht je dan als je doet wat je van jezelf moet? Het moeten van positieve dingen kan tot stress leiden als ze de nadruk leggen op wat je als uitkomst verwacht.
Nu kunnen we heel makkelijk het woordje ‘moet’ vervangen voor ‘mag’ maar de achterliggende gedachte verdwijnt daar niet mee. Als we zeggen ‘je mag wel meer ontspannen’ hebben we nog steeds een beeld van hoe het eigenlijk zou moeten zijn, of dat nu een principe is of een oordeel. Je praat niet tegen de persoon maar tegen het plaatje dat, volgens jou, niet klopt.
Kan je erachter komen waar je iets van vindt als je zegt dat je iets moet? Wat zijn je normen, principes, percepties en oordelen? En als je weet wat dat is, wat gaat je dan echt helpen?