Laatst ben ik in tranen uitgebarsten voor een publiek van zo’n 70 man. Ok, 40 misschien maar het voelde als 100. Ze zaten in een halve cirkel om me heen en ik bevond me op een gelijkvloers podium. Naast me stond de workshopgever die me een oefening liet doen die niet bij mij binnenkwam. Er knapte iets. Het lukte niet. Hij stond in de weg. En het ging ook nog over iets wat pijn doet.
Is dat erg? Ik zal niet zeggen dat ik het leuk vond maar tegelijkertijd wel fascinerend. Wat is dat toch, die emotie? En waarom schrok iedereen zo toen die er was? Ik voelde een vlaag van angst en empathie tegelijk. Maak je maar geen zorgen, ik ben ok, dacht ik terwijl er tranen uit m’n ogen kwamen.
We hechten veel waarde aan emoties. Met name door niet willen hebben ervan. We zien iemand huilen en willen niet dat diegene huilt. Misschien omdat we het zielig vinden, de redder willen zijn of er simpelweg zelf ongemakkelijk van worden. En we willen liever niet dat een ander ons ziet huilen. Dat een ander er ongemakkelijk van wordt, medelijden krijgt of de redder gaat proberen te zijn. En juist door al die onderdrukking maken we alles groter dan dat het is. Het zijn maar emoties.
Hoe harder we ons best doen om niet emotioneel te worden, hoe heftiger de emotie er uiteindelijk uit komt. Niet makkelijker maar wel mooier is het als we in staat zijn om de emotie te herkennen en te accepteren dat die aanwezig is (zie ook: Hoeveel tijd hebben we nodig om emotionele pijn los te laten?). Daarmee verdwijnt niet het vervelende gevoel maar wel het gevecht er tegen. Je staat toe dat je iets niet fijn of leuk vindt. We mogen verdrietig zijn. Of boos. We kunnen accepteren dat we gevoelens hebben die niet altijd prettig zijn. Het is niet leuk maar wel ok.
Laatst ben ik in tranen uitgebarsten voor een publiek van zo’n 70 man. Het was niet leuk maar tegelijkertijd prachtig!